T. Huub Oosterhuis - M. Tjeerd Oosterhuis
Lied van een gevangene
Hoe ben ik hier beland?
In dit benarde
in deze hellekooi
niet om te harden
in deze lege godverlaten bunker?
Hier moet ik eenzaam tuchten ongezien.
Ik ben een weg gegaan die mij misleidde.
Ik heb misdaan,
ik kon mij niet bevrijden
uit woeste wirwar van omstandigheden.
Wie helpt mij dragen 'eigen stomme schuld'?
In nachten eindeloos
spoken de dromen
dat het voorgoed is,
nooit meer goed zal komen
dat ik zo ben en
levenslang zal blijven
en steeds opnieuw: de deur valt in het slot.
Een morgen van een dag
komt mij voor ogen
iemand met ogen
die mij zien: twee ogen
die naar mij kijken vol van mededogen
en tot mij spreken: jij daar, wanhoop niet.
Wie ben jij, spreekt een stem -
wie wil je worden?
Denk je een wereld
in waar jij wilt leven
een mens voor mensen
ziel en lichaam geven.
Jij daar, godweet,
zo wordt het. Wees niet bang.